Bijgewerkt op 04 november 2020
De voorwaarts drijvende kuithulp is de eerste beenhulp die het jonge paard leert onder de ruiter. In dit vroege stadium van de opleiding is er nog een combinatie van drie hulpen nodig:
- een begeleidend paard met ruiter (of mens te voet) die het jonge paard goed kent,
- de stem van de ruiter,
- de voorwaarts drijvende kuithulp.
Ik ben geen voorstander om paarden de voorwaarts drijvende kuithulp met behulp van tikken met de lange dressuurzweep (of prikken met sporen) te leren. Jonge paarden worden snel bang en verliezen vertrouwen.
Elke keer dat het begeleidende paard (of mens te voet) gaat stappen of gaat stoppen (de overgang naar het halthouden), stem je samen deze drie hulpen op elkaar af. Al snel zal het paard begrijpen dat de stem en de voorwaarts drijvende kuithulp samen gaan. Uiteraard wordt deze oefening alleen in stap gedaan.
Het aanleren van de voorwaarts drijvende kuithulp kun je in vier fases verdelen:
- Het begeleidende paard gaat in stap, tegelijkertijd zegt de ruiter; “stap” (een langgerekte; staaáp!) en klopt zacht met de kuiten tegen de ronding van de buik.
- Als het paard deze opeenvolging begrijpt dan vervangt de ruiter het zachtjes kloppen met de kuiten door met de kuiten tegen de haren in zacht aan te drukken.
- In de volgende fase blijft het begeleidend paard stilstaan als de ruiter het jonge paard in stap voorwaarts wil laten gaan.
- De volgende fase is voorwaarts drijvende kuithulp zonder stemgebruik.
Mijn advies is om over een langere periode, denk in weken, samen met het begeleidende paard in de buurt deze oefening te herhalen, want als het jonge onrustig wordt of afgeleid kan het begeleidende paard even helpen.
Verder is het in deze fase van belang dat het jonge paard alleen langs het beschot, op de hoefslag wordt gereden. En hierna het halthouden aan het beschot leert.
Dit artikel is gebaseerd op: A. Paalman Springreiten pagina 153