de voorwaartse methode en opleiden

vrij alert dravend paard.

Bijgewerkt op 12 november 2020

In dit artikel lees je over de voorwaartse opleidingsmethode. En what good horsemanship is, dit is een vervolg op de voorwaartse methode en balans.

eenvoudige aanpak

Jonge en moeilijke paarden, reageren verrassend snel op de voorwaartse methodiek. Hierbij is, in de voorwaartse context, een jong paard een paard die meteen de beginselen van de voorwaartse methode leert. En een lastig paard is een paard die de ruiter als moeilijke te berijden ervaart. Echter, tijdens mijn waarnemingen kan ik vaak oorzaken als gevolg van pijn in de mond en spierpijn aanwijzen. De oorzaak van deze pijnproblemen is in de eerste plaats het gevolg van het bit in de mond. Ten tweede een voortvloeisel van verkeerde trainingsmethodes. En ten derde door verkeerde opvattingen over de houding en de zit. Hieruit volgt dat deze problemen meestal zo heftig zijn dat het welzijn van het paard is ondermijnd. En het plezier van de ruiter vervlogen is.
Daarom presenteer ik een logische methode die makkelijk te rijden paarden opleidt. En zo eenvoudig is dat elke ruiter ermee kan leren omgaan.

pluspunten

De voorwaartse opleiding sluit aan bij de natuur van het paard, waarin het vrij en zonder stress kan zijn. Het is hierdoor een eerlijke aanpak met een enorm voordeel. Een eerlijk opgeleid paard heeft geen krachtige controle nodig. Zelfs, controleren wordt helpen. De hulpen zijn louter signalen die het paard begrijpt, om deze reden is straffen niet nodig. En als een oefening super gaat dan is een beloning, met de stem, al een extra bonus. Een eerlijk opgeleid paard is altijd bereidt om samen te werken.

Maar, hoe kom je tot samenwerking? Het is niet moeilijk om samenwerking te bereiken; mits de wijze van opleiden wordt ontdaan van het bit. En verzamelen en constant aan de teugel rijden niet meer nodig zijn. Simpel gezegd; je geeft geen opdrachten die het paard gemakkelijk van streek maakt en daardoor weerstand bij hem oproept.

Wat is een goede opleidingsmethode?

Opleiden is in de eerste plaats lichamelijke ontwikkeling van het paard. In mijn optiek, heeft een opleiding één praktisch doel nodig. En dat is een eenvoudig te rijden paard, zonder hem geweld aan te doen. En wel, door hem eerlijk op te leiden zodat het natuurlijke talent bewaard blijft. Ook als de ruiter besluit dat het laagste niveau het eind punt is. Mocht de ruiter op een later moment toch besluiten om naar een hoger niveau te gaan. Dan is de potentie nog volledig aanwezig.

gevorderd niveau

Vanuit deze doelstelling, zijn alleen oefeningen mogelijk die iets bijdragen aan het ontwikkelen en het verstevigen van het talent. Op gevorderd niveau zijn alle oefeningen slechts een middel om de lichamelijke ontwikkeling te bevorderen. En het is dus absoluut niet nodig om te streven naar perfectie in elke individuele beweging. Zo als je vaak in de dressuursport kunt waarnemen.

Zelf het beste van methodes combineren?

Vanuit de doelmatigheid gezien, is het opleiden via de voorwaartse methodiek simpel. Veel eenvoudiger, dan door allerlei vereenvoudigingen en aanpassingen vanuit andere stromingen zelf te combineren. Dit laatste kan nooit perfect samengaan. En leidt niet tot de soepele gangen in dressuur en tot effectief springen, die je met de voorwaartse aanpak wel ontwikkelt. En de voorwaartse methode is eenvoudig van opbouw, sluit direct aan bij de natuur van het paard, de voorwaartse houding en zit brengt de ruiter snel in balans, praktisch voor de moderne mens en zinvol voor paardrijddisciplines bijvoorbeeld recreatieve ritten, manege lessen, cross country, springen en endurance.

hulpen

Hulpen moeten duidelijk en efficiënt zijn, ze mogen het paard noch mentaal noch fysiek van streek maken. In andere, en nog komende, artikelen zal je veel argumenten vinden voor voorwaartse hulpen die, naar mijn mening, ten aangezien van het paard geen misbruikt veroorzaken, en zijn lichaamsgebruik verbeteren.

Voorbeeld van een beter lichaamsgebruik: Ik zie altijd, als ik ruiters een tijdje help om hun verkrampte paarden te verbeteren. Dat door het vrije gebruik van hoofd en hals de stijve spieren snel in een betere staat komen. En hierdoor de spieren van de hals en rug snel ontwikkelen.

opleiden en hulpen

Een jong paard heeft nog geen balans, kracht of behendigheid om goed onder de ruiter te presteren. Als hij aan zijn lot wordt overgelaten, zal hij uiteindelijk de vaardigheid leren om de berijder te dragen. Maar de prestaties van zo’n niet voorbereid paard kunnen alleen aan een zeer beperkte eisen voldoen.

Er kleven nog meer bezwaren aan de niet-opgeleide. Zo kan het berijden van een paard dat niet voorbereid is, zowel mentaal als fysiek, het gevraagde niet aan. Hij wordt gemakkelijk in een weerspannig paard veranderen of voor altijd kreupel gemaakt.

De enige manier om dit te voorkomen en ongewild wreed tegen een paard te zijn, is door hem te op te leiden. Het paard met hulpen ‘helpen’. In andere woorden door hem sterk en lenig te laten worden, voordat je iets meer van hem eist.

De voorwaartse opleiding vereist geen hooggespecialiseerde ruiter; iedereen met een redelijke paardrijd achtergrond. En ongeveer anderhalf jaar ervaring in het zadel kan het, of kan tenminste beginnen te leren hoe het anders kan.

Waarom is voorwaartse opleiding praktisch?

Er zijn voldoende praktische redenen om een paard in de voorwaartse balans op te leiden. Een voorwaarts opgeleid paard is veiliger en presteert beter.

De voorwaartse aanpak sluit direct aan bij de natuur van het paard. En heeft hierdoor geen manipulatieve elementen nodig. Waardoor het paard fysiek en mentaal gezond blijft. Zodat het onpraktische deel, het rijden, alleen bestaat uit wel bestede tijd die nodig is voor het opleiden.

De voorwaartse aanpak is dus een zeer effectieve vriendelijke methode met veel voordelen. Ruiters die de snelle verbeteringen ervaren moedig ik aan om de theorie dieper te leren begrijpen. Ik merk vaak dat ze met de achtergronden van deze aanpak al snel op eigen kracht verder kunnen.

Sommige ruiters komen tijd te kort, maar willen wel prettig rijden. Dan is het basisniveau voor hen al voldoende; om op een prettige wijze in de rijbak te rijden en fijne buitenritten te maken.

Als je meer tijd hebt, is het basisniveau ook voldoende om endurance ritten te rijden. De opvolgende niveaus zijn geschikt voor ruiters die zich willen bekwamen en uiteindelijk zich willen specialiseren.

Quick-fixers

En er zijn ruiters die hun paard via een Quick-fix opleiden. Dit staat in mijn ogen gelijk aan NIET opgeleid zijn. Ik kom dit fenomeen, de ‘niet opgeleide’ in alle disciplines tegen én zelfs bij vér gevorderde ruiters. Ik denk dat het allemaal terug te voeren is op ‘een houding van niet zo in theorie geïnteresseerd zijn‘. En dan ook nog in handen vallen van Quick-fixer opleiders die rooskleurige vooruitzichten beloven.

lenigheid en kracht in de rijbak

Mijn ervaring is dat de beperkte ruimte van een rijbak 20 * 40 meter. De ruiters min of iets meer verplicht om de rechte lijnen en wendingen correct te rijden. De paarden worden dan steeds uitgenodigd om hun lichaam zijwaarts te buigen en weer recht te richten. Hierdoor zijn hun lichamen op de duur lenig en de draagkracht is toe genomen. Lenig en de draagkracht zijn dus samen verantwoordelijk voor het verbeteren van de balans.

Een ander voordeel van de rijbak is; dat de ruiter, gecoacht door instructeur, het paard tijdens de oefeningen beter kan helpen zijn balans te hervinden. Littauer schrijft hierover

Toen ik in 1936 in Italië Tor Di Quinto bezocht en een van de instructeurs drie paarden voor me demonstreerde. Ze sprongen goed, maar waren zwaar in de hand, nogal onhandig, duidelijk niet al te prettig om te rijden, en de Italiaanse officier die ze met mij besprak, zei dat erin de cavalerie een beweging gaande was om hun manier van scholing te veranderen door meer oefeningen in de rijbak te doen. In de loop van mijn paardrijleven heb ik hiermee geëxperimenteerd, door te proberen paarden te scholen door ze alleen cross country te rijden (aangezien bijna al onze hunters geschoold zijn), helaas minus de Italiaanse heuvels.

In mijn ervaring is, hoe dan ook, dat deze paarden zich nooit zo goed hebben ontwikkelt als paarden die in de vroege fase van scholing bijna volledig in de rijbak werden gereden. Ik ben er persoonlijk zeker van dat er geen vervanging is voor oefeningen in de rijbak. De rijbak is voor de ontwikkeling van de balans, beweging en behendigheid van het paard; je moet alleen oppassen dat je niet overdrijft….. Laag springen, maar ook gecompliceerde combinaties van obstakels zijn belangrijk, net als de bossen en velden wanneer de tijd daarvoor aanbreekt.

Bron: Horsemanship Vladimer S. Littauer pagina 65, vertaling auteur.

Wat is een goede prestatie van het paard?

Deze serie leid je naar het fundamentele doel van de voorwaartse methode om op intermediair niveau met zachte, efficiënte hulpen; veilig en efficiënt te rijden. Terwijl het doel van het geavanceerde niveau is om een stap verder te gaan dan alleen efficiëntie en ook; om prestaties van hoge kwaliteit te verkrijgen.

Geen van deze doelen is te bereiken door louter handigheid van de teugel- en beenhulpen; de keuze van het niveau van de opleiding is heel belangrijk voor de focus van de ruiter en het welzijn van het paard. Misschien moet ik deze ideeën uitdiepen, door de volgende definitie van opleiding en rijden op te nemen.

Het doel van opleiding

Opleiden heeft tot doel het paard fysiek en mentaal te ontwikkelen. Tot het moment dat het paard efficiënt of op zijn best presteert. En voor een goed opgeleide ruiter prettig te rijden is. Zo is opleiding enerzijds gericht op atletische ontwikkeling van het paardenlichaam. Het is dus een opleiding lichamelijke opvoeding, terwijl anderzijds het paard signalen, gehoorzaamheid en tenslotte samenwerking leert. Een goed opgeleid paard is dus te kwalificeren als:

  • Mentaal rustig, kent de betekenis van de hulpen, wil graag samenwerking.
  • Fysiek goed ontwikkelde balans, kracht, uithoudingsvermogen, behendigheid, ritmische gangen en kan atletisch springen.

Wat is de bedoeling van weldoordacht rijden? Het rijden is gericht op het verkrijgen van verrichtingen op het opleidingsniveau dat het paard. Met andere woorden; het is bedoeld om het paard binnen het kader van zijn opleidingsniveau zodanig te rijden dat de kwaliteit van oefening steeds het zelfde is. Een stap naar een hoger niveau moet opnieuw goed doordacht zijn en voorkomen het reeds bereikte niet verloren gaat.

Voor het verkrijgen van goede resultaten is begrip van de mechanica van de gangen en bewegingen van het paard essentieel. Uiteraard moet de ruiter, voordat hij een bepaalde beweging probeert te voeren, de mogelijke goede en slechte punten kennen.

De waarheid

Er is zo weinig ongenuanceerd als in de wereld van het paardrijden. Dat zelfs een voor de hand liggende, bewering als; dat een paard om goed te presteren; op z’n minst enigszins geschoold is en fatsoenlijk bereden moet worden, niet als dogma kan worden opgevat.

Vaak zie je paarden die, zonder scholing en slecht bereden, goed presteren. Bijvoorbeeld; een flegmatiek paard met een goede band met zijn ruiter, kan een tekort aan paardrijdtechniek goedmaken. Je ziet regelmatig ritten waar slecht opgeleide ruiters niets doet dat het paard van streek gemaakt; het paard presteert rustig, met losse teugels. En heeft geen bezwaar tegen de ruwe behandeling als hij onhandige aanwijzingen krijgt. Dit kan een illustratie zijn van paarden. Die zelfs een behoorlijke dressuur- of springproef laten zien op basis van elementaire controle.

Natuurlijk kun je dit ook vanuit een andere invalshoek bekijken vanuit een verfijnde standpunt van de kundig ruiter. Dan is bijvoorbeeld het enkele feit dat het paard gewillig en kalm over 1,20 springt, met losse teugels, niet genoeg. Het kan me boeien als ik dan naar de vrije, rustige gangen van zo’n combinatie kijk. Ik vind het niet leuk om te zien dat de gangen onregelmatig zijn. En hoofd en hals in oncomfortabele posities zijn gedwongen. De handeling zijn dan vaak ruw, grof en onaangenaam voor het paard. Wat de prestatie betreft zouden deze paarden vaak beter kunnen, een getalenteerd paard zou zomaar 40 centimeter hoger kunnen springen.

Er is soms ook een andere, goede kant. Een gelukkig paard, omdat zijn ongeschoolde ruiter hem op deze eenvoudige, pretentieloze manier bestuurt. Maar, wat een marteling zou kunnen zijn als zijn berijder allerlei fantastische ideeën zou opdoen. En hem zou proberen te verzamelen en wat dan niet meer, zonder precies te weten hoe het pijnloos kan. Er zijn veel manieren om naar iets te kijken.

Het volgende artikel in deze reeks gaat over het ‘hoe en waarom’ van de eenvoudige hulpen op het basisniveau van de voorwaartse methode.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.